Boula Matari

Kapenda
Colonie belge,
Lubumbashi, RDC. 2002
Olie op doek.
Coll. KMMA

Boula Matari of Boula Matadi is de naam die de Congolezen vandaag aan de staat geven. Letterlijk betekent het in het Kikongo 'steenbreker', of anders gezegd 'hij die voorbij trekt en alles vernietigt op zijn weg'. De uitdrukking gaat al jaren mee: oorspronkelijk verwees ze naar Stanley, en daarna naar de koloniale autoriteit en ambtenaren, en bij uitbreiding ook naar de beeldjes van kolonisten. Boula Matari boezemt zowel angst in, voor die almachtige staat die zich aan de bevolking opdringt zonder haar echt te vertegenwoordigen, evenals bewondering en nijd die macht, zowel koloniale als prekoloniale, altijd opwekt.

Het verwerven van macht gaat gepaard met het opnieuw toe- eigenen van symbolen. Zo steelt Ambroise Boïmbo de dag voor de onafhankelijkheid de sabel van Koning Boudewijn. Hierdoor ontneemt hij de 'soevereiniteit' van de Belgen die hij doorgeeft aan de Congolezen. Al lang voor de onafhankelijkheid beschouwen ABAKO-aanhangers Kasavubu als 'Koning Kasa' die Koning Boudewijn zou opvolgen. In de weken na de ondertekening van de onafhankelijkheidsakte op 30 juni 1960 draagt Kasavubu hetzelfde uniform dat Koning Boudewijn die dag droeg. De sabel die hij draagt verwijst zowel naar de Koning der Belgen als naar de Kongo- koningen.

Ketens en de 'chicotte'

In de negatiefste zin van het woord verwijst Boula Matari naar staatsgeweld dat indirect wordt uitgeoefend via Congolese assistenten. Zij doen de bevolking geweld aan, op bevel van Europese of Congolese staatsambtenaren.

De 'chicotte', een leren zweep, is een prekoloniale disciplinaire maatregel, maar de Congolezen associëren het gebruik ervan toch voornamelijk met de kolonisatie, van Leopold II tot aan het einde van de koloniale periode. Na de onafhankelijkheid voert Mobutu het gebruik ervan opnieuw in. Het populaire thema van de 'chicotte' in de vele schilderijen die de titel 'Belgische kolonie' meekrijgen, kan gezien worden als kritiek op het koloniale én het Mobuturegime. Een ander thema dat de Congolese kunstenaars op dat moment inspireert zijn vastgetekende slaven, die de slavenhandel oproepen. In de verbeelding van vele Congolezen bestaat er dus een continuïteit tussen de slavenhandel, de kolonisatie van Leopold II, de Belgische kolonisatie en de dictatuur van Mobutu.