Republic of Somalia

Onafhankelijk op 1 juli 1960

  • Republiek Somalië
    (voormalige Italiaanse kolonie en Brits protectoraat / koloniale talen: Engels en Italiaans)
  • Hoofdstad: Mogadishu
  • Munteenheid: shilling
  • Oppervlakte: 637 660 km2
  • Inwoners:  8,7 miljoen (2009)
  • Talen: Somali, Maay, Garre, Dabarre, Jiiddu, Mushungulu, Tunni, Taizzi-Aden Arabisch
  • Officiële talen: Somali en Arabisch

Geschiedenis

De meeste inwoners van Somalië, een doorgangszone en dynamisch handelscentrum in de Hoorn van Afrika, zijn nomaden. De aanleg van het Suez-kanaal in de 19de eeuw verstevigt de strategische positie van het land, dat het oude Italiaanse Somalië (Mogadishu) en het oude Britse Somaliland (Aden) omvat. De Britten besturen vanaf 1877 de Barbarijse kust en de Italianen beginnen het andere Somalië vanaf 1885 te veroveren met de bezetting van Massaouah en de verdrijving van de Omani (het sultanaat van Oman), maar tijdens de Tweede Wereldoorlog verliezen ze hun kolonie. De Fransen, Italianen, Russen, Amerikanen en Britten strijden om invloed in de regio. De Verenigde Naties plaatsen de drie sectoren van Somalië (het Britse Somaliland, het Italiaanse Somalië en het aangrenzende deel van Ethiopië) onder Brits, Italiaans en Frans bestuur. Het nationalisme ontwikkelt zich veel trager in het Britse protectoraat Somaliland dan in Somalië: in 1943 eist de Somali Youth League van Raji Mohammed Hussein de onafhankelijkheid van Groot-Somalië, dat alle gebieden zou omvatten waar Somali wonen. Op 1 april 1947 wordt de Ligue de la jeunesse somali opgericht om de Somali te verenigen en om wrijvingen tussen en vooroordelen over de gemeenschappen te vermijden. Abdullahi Issa wordt in 1956 eerste minister. Het gezag van het Britse protectoraat loopt af op 26 juni 1960: op 1 juli krijgt Somalië de onafhankelijkheid en de twee grondgebieden worden verenigd in de Republiek Somalië, wat echter leidt tot grensconflicten tussen de Somali, Ethiopiërs en Kenianen. De Republiek Somalië stelt voor om alle Somali te verenigen in één enkele staat, maar de Afrikaanse staten verwerpen deze optie. Eerste minister Abdirashid Ali Shermarke en president Aden Abdullah Osman proberen opnieuw te gaan naar het ‘Grote Somalië’ van voor de Europese kolonisatie want veel Somali bevinden zich immers in de buurlanden – in Kenia, in Ethiopië en in de Franse sector van Somalië, die in 1977 het onafhankelijke Djibouti is geworden. Om zijn doel te bereiken, zoekt Somalië steun bij de USSR en andere communistische landen. Op 21 oktober 1969 is er een militaire staatsgreep waarna generaal Siad Barre president wordt. Tegenwoordig woedt er nog altijd een burgeroorlog in het land.

Jacob Sabakinu Kivilu (UNIKIN)