République de Madagascar

Onafhankelijk op 26 juni 1960

  • Republiek Madagaskar
    (voormalige Franse kolonie / koloniale taal: Frans)
  • Hoofdstad: Antananarivo (Tananarive)
  • Munteenheid: Ariary
  • Oppervlakte: 587 040 km2
  • Inwoners: 19,6 miljoen (2009)
  • Talen: Standaardmalagassich en andere Malagassische varianten waaronder Merina, Betsileo, Betsimisaraka, Sakalava, maar ook Frans, Comorees Urdu, Cantonees Chinees, Mauritaans creools, Frans creools uit Réunion , Arabisch.
  • Officiële talen: Standaardmalagassisch, Frans en Engels

Geschiedenis

Het ‘grote eiland’ in de Indische Oceaan herbergt nog veel mysteries, ondanks de optekening van talrijke ‘mondelinge tradities’ die teruggaan tot de 19de eeuw en het steeds beter wordende archeologische en historische onderzoek, dat ons tot een nog verder verleden brengt. De bevolking is er zeker en vast heterogeen, hoewel het mysterie van een mogelijk ‘inheems’ volk – de raadselachtige ‘Vazimba’ – nog altijd niet is uitgeklaard. Sinds 3000 jaar voor onze tijdrekening kent het eiland opeenvolgende en overlappende migratiestromen uit Indonesië, het Nabije Oosten en de Afrikaanse kustgebieden, waaronder Mozambique. De belangrijkste ontwikkeling in de moderne geschiedenis van Madagaskar is de geleidelijke eenmaking van het eiland vanuit de hoogplateaus, door Andrianampoinimerina (ca. 1787-1810) en zijn opvolgers. Dit steeds uitbreidende ‘Koninkrijk van Madagaskar’ volgt een beleid van weloverwogen acculturatie waarbij zorgvuldig wordt uitgekozen welke westerse technieken, sociale praktijken en religieuze overtuigingen in het geheel passen. De Franse kolonisatie stelt echter alles in het werk om deze nationale eenheid te doorbreken. De gouverneur van het eiland, generaal Gallieni (1896-1905), stelt een ‘rassenbeleid’ in om openlijk ‘te verdelen en te heersen’. Koningin Ranavalona III, symbool van de nationale eenheid, wordt naar Algerije verbannen en de koloniale macht doet er alles aan om de ‘kustbewoners’ op te zetten tegen de ‘bewoners van de hoogplateaus’. Maar het antikoloniale verzet behoudt toch een nationale dimensie, ondanks de verschillende sociale fundamenten en organisatievormen. Zo is er de Menalamba-volksbeweging tegen het ‘protectoraat’, het geheime genootschap VVS tijdens de Eerste Wereldoorlog, zo zijn er in de jaren 1920 en 1930 drukkingsgroepen en activisten uit de stedelijke middenklasse. De opstand in 1947 was de eerste synthese van die sociopolitieke dynamiek: hoewel die hardhandig werd neergeslagen, betekende dit verzet toch de start van het proces naar de onafhankelijkheid, dat het land uiteindelijk in 1960 verkreeg. Een tweede synthese van die dynamiek kwam bij de stedelijke jeugd en de arbeiders duidelijk tot uiting tijdens het sociale oproer in de aanloop naar de onafhankelijkheidsgolf en leidde in 1972 tot de val van Philibert Tsiranana, de ‘Vader van de Natie’.

Elikia M'Bokolo (EHESS/UNIKIN)