République du Bénin

Onafhankelijk op 1 augustus 1960

  • Republiek Benin
    (Dahomey tot in 1975)
    (voormalige Franse kolonie / koloniale taal Frans)
  • Hoofdstad: Porto Novo
  • Munteenheid: CFA-frank
  • Oppervlakte: 112 620 km2
  • Inwoners:  8,9 miljoen (2009)
  • Talen: Fon, Yoruba, Bariba, Goun, Ayizo, Nago, Gen, Ditamari
  • Officiële taal: Frans

Geschiedenis

Het huidige Benin mag niet verward worden met het Benin uit de oude Afrikaanse geschiedenis. Dat bevond zich in het huidige Nigeria en is beroemd geworden door zijn prachtige bronzen beelden. De Franse kolonisatoren noemden het moderne Benin ‘Dahomey’ en het is een van de landen waar er zich prekoloniale staten bevonden. Het beroemdste is het koninkrijk van Abomey, in de 17de eeuw gesticht, dat ook Dahomey wordt genoemd. De naam Dan-ho-mè (‘op de buik van Dan’) ontleent het aan koning Dan wiens staten werden opgeslokt om een nieuw koninkrijk te vormen. In de 19de eeuw scheidt een klein kustgebied zich af om het koninkrijk Porto Novo te vormen. Weinig Afrikaanse staten worden zo wreed voorgesteld als Dahomey, dat wordt afgeschilderd als een ‘slavenstaat’ en gestigmatiseerd wordt om zijn rituelen met menselijke offers. In feite hadden deze volkeren zich in een nieuwe staat verenigd om te ontsnappen aan de plunderingen van hun buren. Om zich te verdedigen kopen ze wapens van Europeanen; daardoor stappen ze eigenlijk ongewild mee in de slavenhandel. Na de afschaffing van de slavenhandel en ondanks de aanwezigheid van enkele Braziliaanse slavenhandelaars, onder wie de beroemde Chacha (Francisco de Souza), richt koning Glèlè (1818-1858) zijn pijlen op de productie van palmolie, een product dat op dat moment sterk gegeerd is in Europa. Deze nieuwe rijkdom wekt de hebzucht van Frankrijk op dat zich nu wil toeleggen op de verovering van het koninkrijk. Dat lukt na twee oorlogen (1890 en 1892-1894) waarin een eliteleger van vrouwelijke krijgers heldhaftig strijd levert. Koning Behanzin (1884-1894, overleden in 1906) wordt het symbool van het verzet en wordt eerst naar Martinique en dan naar Algerije gedeporteerd. De kolonie Dahomey gaat op in de Federatie van Frans West-Afrika (AOF) en wordt een broedplaats voor het panafrikanisme, in de eerste dertig jaar van de 20ste eeuw verpersoonlijkt door Marc Kodjo Tovalou Houénou en vanaf 1945 door Derlin Zinsou. De filosoof Emmanuel Mounier noemt het land de ‘Latijnse wijk van Afrika’ maar misschien lijdt Dahomey wel onder de aanwezigheid van die vele intellectuelen, die zich bezighouden met hevige politieke confrontaties en die het één van onafhankelijk Afrika’s meest onstabiele landen maken. Dahomey is eerst het idee genegen om in de ‘Federatie van Mali’ te stappen die bijna alle landen van de AOF in een enkele staat verenigt. Op de vooravond van de onafhankelijkheid kiest het echter voor de ‘Raad van Overeenkomst’ opgericht door de Ivoriaan Felix Houphouët-Boigny. In 1975 komt kolonel Mathieu Kérékou na een staatsgreep aan de macht en beslist hij om het land om te dopen tot ‘Benin’, verwijzend naar het glorieuze verleden van het ‘prekoloniale’ Afrika.

Elikia M'Bokolo (EHESS/UNIKIN)