GEOPOLITIEKE CONTEXT

De Standaard, 01/01/1960 Coll. Universiteits­bibliotheek Gent

Les soleils des indépendances Terwijl de 19de eeuw helemaal in het teken stond van de kolonisatie, gaat de 20ste eeuw de geschiedenis in als die van de dekolonisatie: op de internationale scène is tussen 1958 en 1960 het woord ‘onafhankelijkheid’ niet meer weg te denken.

Het jaar 1960 wordt het recordjaar in de geschiedenis van de onafhankelijkheid van staten: tussen 1 januari en  28 november verwerven niet minder dan 18 landen ter wereld hun onafhankelijkheid:  Cyprus  en 17 Afrikaanse landen, waarvan er 15 onder Franse voogdij stonden. De andere kolonies – Britse en Portugese – varen dezelfde koers tussen 1962 en 1990.

Deze golf van onafhankelijkheid wortelt in een specifieke internationale context.

Het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft een sterk signaal gegeven: Europa komt verzwakt uit het conflict en zijn kolonies, die  aan  de  oorlogsinspanning  deelnamen,  stellen  zich  vragen over  het  waarom  van  hun  bijdrage. In aansluiting  hierop  breidt het streven naar democratisering en autonomie zich uit als een olievlek.

Tezelfdertijd vangt de Koude Oorlog aan: op wereldniveau wordt de controle opgedreven vanaf het moment waarop de twee machtsblokken, Oost en West, hun invloedssfeer willen uitbreiden naar de zopas onafhankelijk geworden staten.

Beide kampen beroepen zich op ideologische redenen, maar het is duidelijk dat hun drijfveren ook van geopolitieke en economische aard zijn.

Eleanor Roosevelt houdt de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens vast 1948, © United Nations

1955 : Conferentie van de niet-gebonden landen in Bandung

Van 18 tot 24 april 1955 vindt in Bandung (Indonesië) de eerste Afro-Aziatische conferentie plaats.
Ze verenigt de vertegenwoordigers van 29 Afrikaanse en Aziatische landen die hun onafhankelijkheid hebben verworven. Politici zoals Nasser (Egypte), Nehru (India), Sukarno (Indonesië) en Zhou Enlai (China) maken deel uit van het gezelschap.

De conferentie markeert de intrede van de ‘Derde Wereld’ op de internationale scène.
Ze veroordeelt de kolonisatie en het imperialisme, het racisme en de apartheid in Zuid-Afrika.

De ondertekenende landen roepen de nog gekoloniseerde landen op te strijden voor hun onafhankelijkheid, maar beklemtonen dat een vreedzame oplossing en het streven naar onderhandeling altijd de voorkeur wegdragen.

Deze 29 zogenaamde ‘niet-gebonden’ landen benadrukken tevens dat ze niet willen worden betrokken bij de Koude Oorlog en dat ze weigeren te behoren tot een van de twee machtsblokken gevormd door de Verenigde Staten en de Sovjet- Unie.

Essor du Congo,
‘Voici le visage politique de l’Afrique à partir du 1er juillet’
(Dit is hoe Afrika er op 1 juli politiek zal uitzien)
 29/06/1960
KMMA

Pan-Afrikaanse conferentie van Accra

Van 15 tot 22 april 1958 vindt de conferentie van Accra plaats in Ghana. De acht aanwezige staten zijn Ghana, Egypte, Ethiopië, Liberia, Libië, Marokko, Soedan en Tunesië.

Deze staten zijn nauw verbonden door hun collectief streven naar de onafhankelijkheid en de economische ontwikkeling van hun land. Ze beogen het einde van het kolonialisme en een grotere vertegenwoordiging van de Afrikaanse landen in de VN en in de internationale gemeenschap.

De conferentie van Accra profileert zich als de eerste concrete manifestatie van het panafrikanisme.

De aanwezige staten besluiten de onafhankelijkheidsbewegingen in Afrika te steunen en nodigen hiertoe hun vertegenwoordigers uit: Patrice Lumumba vertegenwoordigt er Belgisch Congo.
Bij zijn terugkeer uit Accra eist hij de Congolese onafhankelijkheid op tijdens een vergadering waar
hij verslag uitbrengt over deze conferentie.