VERZET

Simon Kimbangu,
Beneden-Congo, 1921
Onbekende fotograaf
Coll. KMMA

Het koloniale systeem krijgt tegenwind gedurende vrijwel de hele periode vanaf het interbellum tot aan de vooravond van de onafhankelijkheid. Al die tijd blijft de herinnering aan het regime van Leopold II en de gewelddaden verbonden met de gedwongen rubberteelten levend. Op het Congolese platteland en in de industriële centra komt de bevolking in opstand tegen de rassenscheiding. Ze protesteert tegen de dwangarbeid, de corveediensten, de verplichte teelt van marktgewassen en de moeilijke arbeidsomstandigheden in de industrie. Bij deze protestacties zijn soms chefs of opgeleide mannen betrokken, maar meestal beperken deze acties zich tot reacties van het gewone volk. Om zich te verzetten tegen de koloniale praktijken keren sommigen zich tot het christendom, terwijl anderen net alle attributen die met de koloniale macht te maken hebben verwerpen, inclusief westerse kledij. Deze acties beogen niet noodzakelijk de politiek onafhankelijkheid, maar de koloniale administratie beschouwt ze als opruiend, te meer omdat ze ze niet goed begrijpt. De acties van de krokodil-, luipaard- of andere mannen en de boodschap van Simon Kimbangu zijn te marginaal en te geïsoleerd om de koloniale orde te bedreigen. Ze boezemen echter angst in en worden daarom grotendeels onderdrukt.

Simon Kimbangu wordt in 1887 in Beneden-Congo geboren. Portugezen hadden er vanaf de 15de eeuw het katholicisme geïntroduceerd. De regio zal later sterk lijden onder de slavenhandel. Na zijn doopsel in 1915, wordt Kimbangu een protestantse catechist en in 1921 begint hij te prediken en mensen te genezen. Zijn messianisme combineert prekoloniale en christelijk religieuze elementen en is eerder sociaal en religieus dan politiek van aard. Nochtans veroordeelt een militaire rechtbank hem in 1931 ter dood. Koning Albert I zet zijn straf om in levenslang en hij sterft in 1951 in de gevangenis van Elisabethstad, ver van zijn geboortestreek. Die dertig jaar gevangenis laten bij de bevolking een diepe indruk na en maken van Kimbangu een martelaar. Zijn zonen, Joseph Diangienda en Charles Kisolokele, twee ‘évolués’ die voor de koloniale administratie werken, strijden voor de erkenning van de kimbangistische kerk, een doel dat ze bereiken op 24 december 1959, aan de vooravond van de onafhankelijkheid.