République démocratique du Congo

Onafhankelijk op 30 juni 1960

  • Democratische Republiek Congo
    (Republiek Congo op 30 juni 1960, Democratische Republiek Congo 1965-1971, Zaïre 1971-1997, sinds 1997 Democratische Republiek Congo)
    (vroegere Belgische kolonie / koloniale talen: Frans en Nederlands)
  • Hoofdstad: Kinshasa
  • Munteenheid: Congolese frank
  • Oppervlakte: 2 344 860 km2
  • Inwoners: 61,2 miljoen (2009)
  • Gesproken talen: vier nationale talen (Kikongo, Lingala, Swahili en Ciluba) en meer dan 200 plaatselijke talen (Mongo, Songe, Pende, Shi, Tetela, Zande, enz.)
  • Officiële taal: Frans

Geschiedenis

De Democratische Republiek Congo (DRC) is het derde grootste land van Afrika – 60% van de oppervlakte is bedekt met regenwoud – en het meest bevolkte van alle Franstalige landen. De oude geschiedenis van de DRC is lang en rijkgevuld. Door de slavenhandel verdwijnen er miljoenen mensen uit het land. Hoewel de koloniale periode beperkt is in de tijd, laat ze toch een blijvende indruk na op zowel politiek, cultureel als economisch vlak. In zijn Kongo-Vrijstaat ontgint koning Leopold II natuurlijke rijkdommen zoals ivoor en rubber op een manier die een zware menselijke tol eist. In 1908 wordt Congo een Belgische kolonie. De administratie, de controle van het grondgebied, de industrialisatie en de evangelisatie van de bevolking door vele religieuze congregaties ontwikkelen zich tijdens het interbellum. Na de Tweede Wereldoorlog ligt de nadruk op de sociale en economische ontwikkeling, en is er in het bijzonder aandacht voor infrastructuur, onderwijs en gezondheid. In 1957 en 1958 komt de Congolese elite voor het eerst op tijdens de eerste gemeenteraadsverkiezingen – die ook voor hevige communautaire spanningen zorgen – waarna de politieke partijen de culturele verenigingen vervangen. Vanaf dat moment groeit er een steeds sterker wordend nationalistisch besef. In januari 1959 breken er rellen uit in Leopoldstad die hardhandig worden onderdrukt door de Force publique. Koning Boudewijn belooft de onafhankelijkheid aan de Congolezen en op 30 juni is het zover. Joseph Kasavubu wordt president en Patrice Lumumba premier. Al gauw scheidt het Katanga van Moïse Tshombe zich af, gevolgd door het Kasaï van Albert Kalonji, waarna de centrale overheid een beroep doet op de VN. De rivaliteit tussen Kasavubu en Lumumba mondt uit in de moord op die laatste – die in volle Koude Oorlog wordt beschouwd als een pion van het communistische blok – waar de Verenigde Staten, België, Leopoldstad (Kinshasa) en Katanga medeplichtig aan zijn. De burgeroorlog wordt heviger. In november 1965 grijpt generaal Mobutu de macht. In mei 1997 wordt Laurent Désiré Kabila op zijn beurt, met de steun van enkele Afrikaanse geallieerden en de internationale gemeenschap, president van het land. In 2002 volgt zijn zoon Joseph hem op. Sinds augustus 1998 tot op vandaag woedt er een oorlog in de DRC die al miljoenen doden heeft gemaakt.

Zana Aziza Etambala (KMMA)